Bekijk onze interactieve uithangborden, die een blik geven op onze gehele collectie, toegespitst op een door ons geselecteerd aantal onderwerpen en hun tijdsgeest.
Oostenrijkse Successieoorlog 1740-1748. Pieter de la Rocque, commandeur van Hulst van 1724 – 1747
Gerelateerde verhalen en video's > Gerelateerde collectie items >De la Rocque werd op 29 augustus 1679 in Frankrijk geboren en op 1 september 1679 in de gereformeerde kerk van Sucé-sur-Erdre (anno 2014 departement Loire-Atlantique en arrondissement Nantes), noordelijk van de stad Nantes, als Pierre de la Rocque gedoopt. Zijn ouders zijn Pierre de la Rocque en Bertranne le Roux. Als hugenoten vestigden zij zich waarschijnlijk tussen 1679 en 1685 met hun dochtertje Jeanne Lucrèce (geboren op 30 december 1677) en hun zoontje Pierre in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Pieter huwde op 4 maart 1708 in de Waalse kerk van Den Haag met Lucretia van Hoorn, geboren in Vlissingen als dochter van Nicolaas van Hoorn en Lucretia Leroux. Zij overleed op 14 augustus 1719 in Sas van Gent. De la Rocque hertrouwde niet. Hij onderhield omstreeks 1725 een relatie met Christina Henriette Swanke. Hieruit kwam een dochter Petronella de la Rocque voort die op 9 februari 1726 in Halsteren gereformeerd werd gedoopt en in Bergen op Zoom reeds op 15 mei 1726 overleed. Van De la Rocque zijn geen andere kinderen bekend. De loopbaan van De la Rocque in het Staatse leger nam omstreeks 1692 een aanvang. In 1705 werd hij benoemd tot extra-ordinaris ingenieur in de Dienst der Fortificatiën van de Republiek der Verenigde Nederlanden; in 1709 werd hij bevorderd tot ordinaris ingenieur in de rangcategorie van de ingenieurs der tweede klasse. In 1708 werd hij benoemd tot kapitein van een infanterie-regiment van het Staatse leger. In 1717 volgde zijn bevordering tot majoor, in 1721 tot luitenant-kolonel, in 1724 tot kolonel en in 1742 tot luitenant-generaal.
Belegering van Hulst 1747
Tot de door hem vervulde functies behoorden: commandeur van Vlissingen (1717-1718), sergeant-majoor van Sas van Gent (1718-1724), commandeur van Hulst (1724-1747) en commandeur van Staats-Vlaanderen met inbegrip van de Scheldeforten (1745-1747). Hij werd door een Extra-Ordinaire Hoge Krijgsraad veroordeeld voor de wijze waarop hij in april-mei 1747 leiding had gegeven aan de verdediging van de stad Hulst en het omringende Hulsterambacht tegen een aanval van het Franse leger in het kader van de Oostenrijkse Successieoorlog. Hulst capituleerde op 11 mei 1747. Het werd De la Rocque onder meer bijzonder kwalijk genomen dat hij de nabij Hulst gelegen plaats Sint Jansteen zonder waarschuwing vooraf had laten beschieten met gloeiende kogels waardoor 29 huizen en 21 schuren in de as werden gelegd. Dit bleek achteraf zinloos te zijn geweest.