Bekijk onze interactieve uithangborden, die een blik geven op onze gehele collectie, toegespitst op een door ons geselecteerd aantal onderwerpen en hun tijdsgeest. 

Periode: Middeleeuwen

De Tempeliers in Zaamslag

Gerelateerde verhalen en video's > Gerelateerde collectie items >

De Tempeliers (1119-1312)

Zelfs als mensen niet bekend zijn met het bestaan van de Orde van de Tempeliers, hebben de meesten wel eens gehoord van het gezegde 'drinken als een tempelier' en kent men ook de betekenis ervan, namelijk tomeloos zuipen. Deze uitspraak suggereert dat de tempeliers enorme drinkers waren. Hoe weten we dat, waar komt deze opvatting vandaan en waren het ook inderdaad enorme drinkers? Voordat hierop een antwoord gegeven kan worden, zullen we met zevenmijlslaarzen eerst stilstaan bij de oprichting van de orde, aan welke regels de leden zich moesten houden, wat de kracht van de orde was en tenslotte bespreken we zijn ondergang. Daarna weten we genoeg om te bekijken of de uitdrukking 'drinken als een tempelier' klopt met de werkelijkheid.

Gevechtstenue van tempeliers en kruisvaarders

In 1096 riep paus Urbanus II alle christenen op om het Heilig Land te bevrijden, dat in handen was van Turkse moslims. Dit werd de Eerste Kruistocht. Het lukte inderdaad om Jeruzalem in handen te krijgen en de weg was geopend voor talloze pelgrims om Jeruzalem te bezoeken. Maar de weg ernaar toe was geplaveid met talloze gevaren. De kerk vond dat alle pelgrims beschermd dienden te worden en dat was een belangrijke reden voor de oprichting van de Orde van Tempeliers in 1119 met als eerste grootmeester Hugo van Payns die het tot 1136 was. De katholieke kerk erkende deze broederschap pas in 1129.

De leden, die in de eerste plaats monniken waren, werden gehouden aan strenge leefregels en onderworpen aan een ijzeren discipline. Een van de belangrijkste eisen was dat een lid bij toetreding afstand moest doen van al zijn land, kastelen en bezittingen, wat een flinke rijkdom door heel Europa opleverde, omdat er ook tal van ridders tempelier werden. Voor van alles en nog wat werden straffen en boetes uitgedeeld. Zo mocht je geen heilige zaken verkopen en het niet geloven in Christus werd ook bestraft. Uiteraard mocht je niet liegen, maar ook niet aanvallen zonder toestemming of een paard of een slaaf verwonden, sterven tijdens een gevecht was beter dan vluchten, plezier hebben was evenmin toegestaan. 

Verder waren er strikte kledingregels en moesten tempeliers een sober en vroom leven leiden, wat inhield dat de omgang met vrouwen eveneens verboden was. De zwaarste overtreding was het doden van een christen. De orde kende voor overtredingen een uitgebreid strafsysteem, dat vele varianten van lijfstraffen omvatte, waaronder geseling en tortuur, opsluiting en vernedering. Als een ridder op een vastendag bijvoorbeeld iets zou eten, kon hij een jaar en een dag op water en brood worden gezet. Maar de ergste straf voor een ridder was uit de orde te worden gegooid. Al deze bepalingen waren opgetekend in 72 artikelen.

Bij het beschermen van de pelgrims moesten de tempeliers vooral optreden als soldaten en dus ook vijanden doden. De kerk stemde hiermee in, ondanks het feit dat de tempeliers religieuzen waren en niet mochten doden. Pelgrims moesten namelijk het Heilige Land veilig kunnen bezoeken. In de tweehonderd jaar van zijn bestaan heeft de Orde dan ook heel wat gevechten moeten leveren met zowel slimme overwinningen als verliezen door verkeerde beslissingen. Niettemin stonden tempeliers bekend als onverschrokken krijgers. Door al het bezit dat beheerd diende te worden, ontpopten de tempeliers zich op een gegeven moment tot handige bankiers. Ze verzorgden niet alleen de financiën van de orde, maar je kon ook geld bij ze lenen, bijvoorbeeld om een oorlog te financieren.

De toegepaste logistiek moet in die dagen overweldigend geweest zijn. Er werden talloze onderkomens gebouwd door en voor de tempeliers. Het hoofdkwartier op de Tempelberg in Jeruzalem telde ten tijde van de Tweede Kruistocht ca. 1150 zo'n driehonderd tempelridders met ongeveer duizend sergeanten die in rang lager stonden en enige duizenden schildknapen, bedienden en overig personeel. Daarnaast waren er voor al die mensenook nog honderden paarden gehuisvest. En hoewel men eenvoudig diende te leven, moesten die allemaal toch gevoed worden. Als men ten strijde trok moest dit alles bovendien voor onderweg geregeld worden plus nog het meevoeren van het nodige wapentuig en dat soms gedurende lange tijd.

Het einde van het bestaan van de orde werd ingeluid door de Franse koning Filips de Schone (1268-1314) die flinke schulden had bij de orde. Ook waren de tempeliers niet langer nodig, want het tijdperk van de kruistochten was voorbij. Er kwam een geruchtenmachine op gang, die voor de tempeliers uiteindelijk tot gevolg had dat ze als ketters werden beschouwd, dus ze werden opgepakt, gemarteld en zelfs geëxecuteerd. Dat leidde weer tot volksvermaak want de executie vond plaats op de brandstapel. De beschuldigingen tegen de tempeliers waren onder andere dat ze niet geloofden in de mis en de heilige sacramenten en ze zouden het bestaan van Christus ontkennen. Ook het inwijdingsritueel bij toetreding was een mikpunt in de kritiek. De tempeliers werden dan op de mond gekust, de navel, de ontblote buik en op onkuise plaatsen. Het zou tevens toegestaan zijn om vleselijke betrekkingen te hebben met elkaar. Dit zou bovendien worden aangemoedigd. Tenslotte waren het graaiers, want ze stelden alles in het werk om rijkdommen te verzamelen. Zonden tegen het geloof en sexuele uitspattingen werden in die dagen het zwaarst aangerekend. Na alle veroordelingen bleef er uiteindelijk weinig anders over dan de orde op te heffen.

Wat opvalt, is dat er nergens bij de beschuldigingen sprake is van overmatig drankgebruik of wangedrag door dronkenschap. Dus dit was geen feit of werd dat minder erg gevonden? Wat wel een feit is, is dat de tempeliers naar de maatstaven van die tijd stokoud werden. De middeleeuwer werd gemiddeld tussen de 25 en 40 jaar oud, terwijl tempeliers tientallen jaren ouder werden, tenminste als ze niet voortijdig het leven lieten tijdens een gevecht of in gevangenschap. Voorbeelden zijn ridder Hugo van Payns (66 jr.), Jacques de Molay (67 jr., zie afb.) en Geoffrey de Charney (63 jr., zie afb.) Drankmisbruik past hier niet bij.

Tempeliers op de brandstapel
Tempeliers op de brandstapel

Tempeliers op de brandstapel.

Uit onderzoek is gebleken dat dit hoogstwaarschijnlijk te maken heeft met de hygiëne bij de tempeliers en hun leef- en eetgewoontes. Veel regels waaraan ze zich dienden te houden hadden namelijk hiermee te maken. Zo werd drie keer vlees eten in de week meer dan voldoende gevonden. Als vervanging werden zeevruchten genuttigd. Daarnaast werden grote hoeveelheden groente en vers fruit voorgeschreven. Er waren ook voorschriften om (de verspreiding van) ziektes te voorkomen. Voor het bidden en voor maaltijden had men de verplichting om de handen te wassen en tijdens de maaltijden was altijd de tafel gedekt. Er werd ook vastgesteld dat er kleine tot gemiddelde hoeveelheden wijn werden genuttigd. (Hoe men dat heeft vastgesteld, blijkt nergens.) Dus waarschijnlijk geen drankmisbruik.

De conclusie van het voorafgaande is, dat er geen bewijs is gevonden dat de tempeliers enorme drankorgels waren. Evenmin maakte dit idee deel uit van de beschuldigingen die tegen de ordeleden werden geuit. Hun manier van leven duidt eerder op een gematigde en gezonde leefstijl waardoor zij hoge leeftijden bereikten. 'Drinken als een tempelier' lijkt daarmee eerder fictie dan een feit te zijn.

Het is trouwens bijzonder dat duizend jaar geleden de tempeliers er al een leefstijl op nahielden, waar de 'groenen' en de 'duurzamen' binnen onze samenleving heden ten dage ook naar streven. Rest nog de vraag waarom er een uithangbord voor tempeliers is, met andere woorden, wat hebben ze met onze regio te maken? Dat gaan we uitleggen in het volgende verhaal.


Relevante verhalen
Relevante video's



Voorwerpen



Bibliotheek


Bidprentjes


Kaarten




Doorzoek onze gehele collectie




×